Christiaan Huygens (1629-1695)
Christiaan Huygens beschreef het 31-toonsstelsel in zijn Lettre touchant le cycle harmonique
(Rotterdam 1691) en in Novus cyclus harmonicus (Leiden 1724). Eerder in
1661 had hij al aantekeningen gemaakt waarin hij het volgende bereikte:
- Hij ontwikkelde een elegante methode om de snaarlengten te berekenen voor
een willekeurige regelmatige stemming, die hij uitsluitend op de
middentoonstemming toepaste.
- Hij bedacht een manier om logaritmen toe te passen in de berekening van
snaarlengten en intervalgrootten.
- Hij toonde het nauwe verband tussen de middentoonstemming en de 31-toonsstemming aan.
- Hij onderkende de mogelijke consonante aard van de septimale intervallen
zoals 4:7 en 5:7, en gaf aan dat deze werden benaderd door respectievelijk de
overmatige sext en overmatige kwart, in de middentoonstemming en 31-toonsstemming.
Gravure van Frederik Ottens gebaseerd op het portret van Edelinck voor
de uitgave van 's-Gravesande van de Opera varia (1724)
Gravure van Gerard Edelinck (1687)
Huygens' naam is onverbrekelijk met de verdeling van het octaaf in 31 gelijke
delen geassocieerd. Hij was echter niet de eerste die een 31-toonsverdeling
beschreven had, want Nicola Vicentino (1555), Fabio Colonna (1618) en
Lemme Rossi (1666) hadden dat reeds eerder gedaan. Huygens was niet op de
hoogte van hun geschriften en instrumenten, op Vicentino's archicembalo na waar
hij via Salinas van gehoord had. Huygens had echter
niet de bedoeling om in een systeem met 31 tonen te voorzien; hij wees er
slechts op dat de evenredig zwevende 31-toonsstemming een fraaiere beschrijving
geeft van de toonverhoudingen dan de middentoonstemming, welke hij de beste
vond: "Optimum est Temperamentum in chordarum systemate, cum ex diapente
quarta pars commatis ubique deciditur".
Huygens was uitvinder van talloze apparaten en heeft ook een toetsinstrument
met 31 snaren per octaaf ontworpen. Het klavier met twaalf normale toetsen per
octaaf was boven de snaren geplaatst en verplaatsbaar. Via een stelsel van
pennen moesten de toetsen telkens twaalf van de 31 snaren bedienen en
transponeren kwam neer op het verschuiven van het klavier. Dit ontwerp is
waarschijnlijk nooit gerealiseerd.
Zie ook het artikel van A.D. Fokker: Het muzikale
toonstelsel van Christiaan Huygens, de normale diëzenstemming.
Zie ook de pagina over Huygens' tijdgenoot Quirinus van Blankenburg (1654-1739).
Huygens heeft ook nog gecorrespondeerd met Joan Albert Ban (1597/8-1644).
Biografieën van Huygens
Op het web
In druk
Uitgaven van zijn werk
-
Huygens, Christiaan. Le cycle harmonique. Rotterdam, 1691;
Novus cyclus harmonicus, Leiden, 1724. 2nd edition with English and
Dutch translations, Rudolf Rasch (ed.), Tuning and
temperament library vol. 6, Diapason Press, Utrecht, 1986.
-
Huygens, Christiaan. Oeuvres complètes. Tome premier, deuxième, troisième,
quatrième, cinquième, sixième, septième, huitième, neuvième, dixième,
dix-neuvième, vingtième, vingt-et-unième, vingt-et-deuxième. Den Haag,
1888-1950.
Artikel op deze website
|